De meeste werkgevers in Nederland bieden hun werknemers pensioen aan; een regeling die vaak al jaren een onderdeel uitmaakt van de arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers. Om te zorgen dat deze regeling ook duidelijk is voor de medewerkers, is in 2015 de Wet Pensioencommunicatie in werking getreden. Hoe staat het anno 2020 met de uitvoering van deze Wet?
Heldere communicatie over de inhoud van de pensioenregeling is een eenvoudig middel om de waardering van de werknemers voor deze arbeidsvoorwaarde te vergroten. De wetgever heeft in 2015 bepaald dat pensioenuitvoerders duidelijk omschreven verplichtingen hebben om met de deelnemers over hun pensioen te communiceren. Zo dient er:
- Bij aanvang van deelname het zogenaamde Pensioen 1-2-3 te worden aangeboden aan de werknemer.
- Jaarlijks een Uniform Pensioen Overzicht (UPO) te worden verstrekt aan de deelnemers.
- Jaarlijks de stand van het pensioen bijgehouden te worden in het nationaal pensioenregister (mijnpensioenoverzicht.nl), zodat de deelnemers inzicht kunnen hebben in hun totaal gerealiseerde en te verwachten pensioenopbouw bij de verschillende werkgevers.
Evaluatie van de wet
Destijds heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten om in 2019 de resultaten van deze verplichte communicatiemethoden te evalueren. Eind januari 2020 is deze evaluatie afgerond en zijn de resultaten beschreven in een ‘aanbiedingsbrief’ van minister Koolmees aan de Kamer.
De evaluatie laat zien dat driekwart van de deelnemers aan een pensioenregeling de door de wetgever verplicht gestelde communicatiemiddelen gebruikt. Toch blijkt dat enkel de helft van de deelnemers weet wanneer zij met pensioen kunnen gaan en hoe hoog dit pensioen ongeveer zal zijn. Slechts een derde van de deelnemers kan vervolgens bepalen of het pensioen voldoende zal zijn en welke acties zij op dit vlak kunnen ondernemen.
De deelnemers geven volgens de evaluatie aan dat zij de informatie graag eenvoudig en op één centrale plek willen vinden. In die zin wordt het nationaal pensioenregister goed gewaardeerd. Daarnaast wensen ze persoonlijk advies en vinden ze dat de werkgever hierin moet voorzien.
De pensioenuitvoerders vinden, wellicht terecht, dat de kosten die zij moeten maken ten behoeve van de verplichte communicatiemiddelen niet in balans zijn met de bereikte effecten hiervan.
Hoe nu verder?
Minister Koolmees blijft bij zijn standpunt dat pensioenuitvoerders primair verantwoordelijk blijven voor de informatieverstrekking rondom pensioen. De verplicht te verstrekken informatie wijzigt dan ook niet, al dient er meer duidelijkheid te worden geboden op het gebied van nabestaandenpensioen en baanwisseling.
Wat wel zal wijzigen is de manier waarop deze informatie kan worden gedeeld met de deelnemers. Hierbij heeft de minister het voornemen om de pensioenuitvoerders meer vrijheid te geven. Daarnaast zal het nationaal pensioenregister in de huidige vorm in stand blijven.
Nieuwe Wet Pensioencommunicatie
De doelstelling van de minister voor de nieuwe Wet Pensioencommunicatie is dat de persoonlijke pensioeninformatie meer wordt aangeboden op het moment dat de deelnemer hier om vraagt en dat deze dan ook aanzet tot direct handelen door de deelnemer. De inhoud van de pensioenregeling zelf heeft voor de minister minder prioriteit.
Doordat de informatie enkel op aanvraag van de deelnemer en digitaal kan worden aangeboden door de pensioenuitvoerder, zal dit ongetwijfeld leiden tot een verlichting van de noodzakelijke kosten bij de pensioenuitvoerder. De verwachting is dat pensioenuitvoerders meer zullen inzetten op persoonlijke pensioenportals, voorzien van digitale adviesmodules.
De wijzigingen in de wetgeving worden nu nader uitgewerkt.
Onze visie
Vanuit onze jarenlange ervaring op het gebied van pensioencommunicatie, herkennen wij de bovengenoemde ontwikkelingen. Al decennia lang doen zowel de wetgever, als de pensioenuitvoerders verwoede pogingen om de deelnemer meer pensioenbewust te maken.
Soms heeft dit tot mooie ontwikkelingen geleid, zoals het nationaal pensioenregister. Maar vaak leidde dit tot teleurstelling, zeker gezien de getroostte inspanningen en bijbehorende kosten. Zo bieden al veel pensioenuitvoerders persoonlijke pensioenportals voor de deelnemers aan, waarin zelfs financiële planningen kunnen worden gemaakt. Zelden wordt echter van deze portals actief gebruik gemaakt.
Onze ervaring is dat persoonlijke communicatie op dit vlak essentieel is. Dit merken wij dagelijks tijdens onze pensioensessies, pensioenspreekuren en portal-trainingen die wij voor onze relaties organiseren. Door samen met de deelnemer ons concreet te verdiepen in zijn of haar financiële situatie, de deelnemer te trainen hoe zijn of haar pensioeninformatie eenvoudig is te vinden, hoe deze dient te worden geïnterpreteerd en wat de deelnemer zelf nog kan doen, levert vaak écht pensioenbewustzijn op.
Hiermee bereiken we dan ook een grotere waardering bij de werknemers voor de pensioenregeling die door de werkgever wordt aangeboden.
Publicatiedatum: 25 februari 2020