Op de Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) van ziekenhuizen in Nederland hebben zich op 31 december 2015 en 1 januari 2016 in totaal 482 slachtoffers van vuurwerkongevallen gemeld. Dit zijn er 92 minder dan vorig jaar, een daling van 16%. Hiermee is dit het laagste aantal slachtoffers in de laatste 25 jaar. De aard van de verwondingen is ook minder ernstig. 15% van de personen werden vanwege hun verwondingen opgenomen in het ziekenhuis, vorig jaar was dit nog 26%. Jongeren waren dit jaar relatief vaker slachtoffer: ruim de helft van de slachtoffers is jonger dan 20 jaar.
Een opvallende trend is dat het percentage slachtoffers van illegaal vuurwerk ten opzichte van legaal vuurwerk is gedaald: een kwart werd veroorzaakt door illegaal vuurwerk. Vorig jaar was dit 39 procent. De ernst van de verwondingen door illegaal vuurwerk lijkt eveneens afgenomen. Deze zijn echter in het algemeen nog steeds ernstiger dan verwondingen door legaal vuurwerk. Slachtoffers hadden vooral letsel aan hand en/of vingers (38%, vingers 19%) en bijna één op de vier slachtoffers (23%) had oogletsel. Hiermee blijft het percentage oogletsels gelijk.
Omstanders vs mensen die het vuurwerk zelf afsteken
VeiligheidNL: “Elk jaar zien we dat slachtoffers bijna net zo vaak vallen onder omstanders als onder mensen die het vuurwerk zelf afsteken. Ook dit jaar: 45% van de op de SEH-afdeling behandelde slachtoffers heeft het vuurwerk niet zelf afgestoken (in 2014/2015 was dit 50%). Het aandeel letsels door knalvuurwerk (64%) was dit jaar veel hoger dan vorig jaar (49%). Het aantal slachtoffers van gevonden vuurwerk op 1 januari lijkt te zijn afgenomen, nadat vorig jaar zo’n tien procent van de letsels hierdoor werd veroorzaakt.”
Jeugdige slachtoffers
Het aandeel jeugdige slachtoffers op het totaal is volgens VeiligheidNL deze jaarwisseling groter dan die een jaar geleden: ruim de helft van de slachtoffers is jonger dan 20 jaar (53%). Tijdens de vorige jaarwisseling was dit nog 45%. “Goede voorlichting blijft daarom noodzakelijk om de dalende trend voort te kunnen zetten”, benadrukt VeiligheidNl, dat in opdracht van het ministerie van Infrastructuur &Milieu momenteel samen met oogartsen (NOG), spoedeisende hulpartsen (NVSHA), plastisch chirurgen (NVPC) en traumachirurgen (NvT) de precieze omstandigheden en typen vuurwerk onderzoekt waardoor verwondingen zijn veroorzaakt.
Publicatiedatum: 13 januari 2016